Verg. 3C April 1938
VASTSTELLEN PERCENTAGES VOOR RENTE VAM GELDEN IN REKENING
COURANT MET DE BEDRIJVEN
Ingevolge art. 15 van de verordening op het beheer van he
waterbedrijf en het electriciteitsbedrijf dezer gemeende;
zooals die is vastgesteld op J>0 Juni 1937 en goedgekeurd
door Gedeputeerde Staten dezer provincie bij hun besluit
van 20 Augustus 1937 G nr. 7J>9, stelt de Gemeenteraad na
afloop van ieder jaar de percentages vast, welke in debet,
en credit door den algemeenen dienst der gemeente en de
gemeente-bedrijven moeten worden berekend voor de gelden,
welke in het afgeloopen jaar bij den gemeente-ontvanger in
rekening-courant zijn gestort of opgenomen
De bedoeling van deze bepaling is, om aan de bddrijven ever.
tueel in rekening te brengen de gemiddelde rente, welke de
gemeente voor haar kasgeld in het afgeloopen jaar heeft
betaald en aan deze bedrijven eventueel uit te keeren eer
rente, welke vrijwel overeenkomt met de gemiddelde deposi
to-rente over dat jaar.
De gemiddelde kasgeldrente heeft voor deze gemeente in 193
1-g- bedragen afgerond naar boven tot terwijl de
gemiddelde deposito-rente vóór 1937 vrijwel op 1 mag wor
den geschat
Wij stellen dan ook voor de debetrente voor genoemde bedrij
ven voor 1937 vast te stelden op 1-g- en de credit-rente op
1 Tevens stellen wij voor ten opzichte van het gemeen
telijk grondbedrijf een gelijke regeling toe te passen