Verg. 14 Juli 1939
2. ONDERZOEK DER GELOOFSBRIEVEN VAN DE NIEUW INKOMENDE
RAADSLEDEN.
De geloofsbrieven van de benoemd verklaarde Raads
leden zijn ingekomen.
De ingezonden geloofsbrieven betreffen de heeren
G.J. Braakhuis; J.D.F. Brinkerhof; M.A. Diepstraten;
J.C. Faes; Chr.G. Foeken; H.J. van Gestel; O.J. van
Gils; H.J.M. Kossel; N.A.P.H. van der Kleij; J.H. van
Mierlo; J.G.Ph. Savenije; N.J. Smit; A.P. Struijs;
J.C.J.M. Terwisscha van Scholtinga en A.H. Vermeeren.
Ingevolge artikel 1 van het reglement van orde voor
de vergadering van den Raad worden de aan den Raad in
gezonden geloofsbrieven en andere bescheiden met de
stukken, welke over de verkiezing van den Raad zijn
ingekomen, onderzocht door een daartoe door den Raad
aan te wijzen commissie van drie leden.
Wij stellen voor daarvoor aan te wijzen de hoeren
Braakhuis, Brinkerhof en Vessel
De commissie kan, staande de vergadering, de
geloofsbrieven onderzoeken. De vergadering zal in
middels worden geschorst.
Bij de geloofsbrieven is gevoegd de verklaring
van den Burgemeester, bedoeld in het derde lid van
art. 18 der Gemeentewet, betreffende de werkelijke
woonplaats binnen dese gemeente van de benoemden ge
durende
- 4 -