Verg. 31 Oct. 1939.
9
9. OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEID.
Bij besluit van den Raad dezer gemeente van 28 Fe
bruari 1939, hetwelk ter inzage is gelegd, heeft de Raad
besloten op grond van art. 212 der Gemeentewet enkele
bevoegdheden, voortspruitende uit de artikelen 170, 171
en 172 der Gemeentewet, over te dragen aan Burgemeester
en Wethouders.
Het Raadsbesluit is gedeeltelijk goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten bij hun besluit van 14 Juni 1939,
G. no. 435.
De overdracht van de bevoegdheid tot regeling van be
zoldigingen van plaatselijke ambtenaren en bedienden, den
Raad toegekend bij artikel 170 der Gemeentewet, werd niet
goedgekeurd.
Het komt 1701-. voor, dat door de gemeente hier en daar
strookjes grond moeten worden geruild ten behoeve van den
aanleg van wegen en voor andere doeleinden. Op de agenda
voor deze Raadsvergadering komt een voorstel daartoe
voor.
Het zou eenvoudiger zijn, indien voor de toekomst aan
Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid werd overgedra
gen dergelijke kleine ruilingen te bewerkstelligen n.l.
indien de door de gemeente te ruilen grond geen hoogere
waarde vertegenwoordigt dan f, 100.
Een ontwerp tot wijziging van het hiervoor bedoeld
besluit van 28 Februari 1939 is ter inzage gelegd.
Wij stellen voor dit besluit vast te stellen
De desbetreffende besluiten van Burgemeester en Wethoude:
behoeven de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Ingevolg'
bedoeld besluit van 28 Februari 1939 moet daarvan mededee
lt ng worden gedaan aan den Raad.