verg. 30 Jan. 1939.
16. BEZWAARSCHRIFTEN TEGEN AANSLAGEN IN DE STRAATBELASTING.
Ingekomen zijn twee reclames tegen aanslagen in de straatbe
lasting.
Door A. van Boxel, wonende alhier Overakkerstraat 55, is be
zwaar gemaakt togen den aanslag in de straatbelasting over het jaar
1938, ten bedrage van f 4,78.
Het be zwaai' is gegrond op de omstandigheid, dat reclamant on
vermogend is om de belasting te voldoen.
Door den Raad kan op grond van onvermogen geen ontheffing van
de betalingsverplichting worden verleend. Bij de invordering der be
lasting kan ambtshalve op grond van onvermogen de gevraagde onthef
fing worden toegestaan.
Het bezwaarschrift moet derhalve worden afgewezen,
J.G. Luykx, wonende alhier, maakt bezwaar tegen den aanslag
over het jaar 1938 voor zijn perceel Rozenlaan 44, ten bedrage van
f 4*25.
Reclamant acht den aanslag onjuist, omdat het voor zijn woning
gelegen strookje grond door deze Gemeente zonder vergoeding in ge
bruik is genomen, ten einde daarop een trottoir aan te leggen, en
ondanks deze ingebruikname voor zijn pand Rozenlaan 44 straatbelas
ting wordt gevord rd.
Reclamant wil de strook grond in eigendom aan deze Gemeente v
staan, mits hem ontheffing van straatbelasting voor genoemd pand
wordt verleend.
Aangezien de afstand van den grond niet kan leiden tot onthir'
fing van de verplichting tot betaling van straatbelasting, behoor
4e reclame te word.n afgewezen.