8
verg. 10 Sept. 1940
VOORLOOPIGE VASTSTELLING VAN BEDRAGEN BEDOELD IN ARTIKEL 55ter
DER WET OP HET LAGER ONDERWIJS 1920.
Ingevolge het bepaalde ln art, 55ter, le lid, der Lager Ond". ..'.je
wet 19&0 behoort door den Gemeenteraad voor 1 September omtrent
het openbaar lager onderwijs voorloopig te worden vastgesteld
ai het bedrag der werkelijke uitgaven over 1939J
b* het bij de begroeting 1939 beschikbaar gestelde bedrag, bere
kend naar het aantal leerlingen over 1939 en
c* het verschil van de onder a en b bedöelde bedragen.
Blijkens de gemeenterekening, dienstjaar 1939zijn voor de open
bare lagere school in 1939 de navolgende bedragen uitgegeven?
1, Instandhouding van het schoolgebouw en terrein voor
onderwijs in lichamelijke oefeningen f. 86,75
2, Onderhouden van schoolmeubelen, onderhouden en aan
schaffen van schoolboeken, leermiddelen en schoolbe-
hoeften, voor zoover deze aanschaffing strekt tot ver
vanging van leer- en hulpmiddelen, die tengevolge
van langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden
of tot aanvulling van den voorraad van schoolbehoeften
in verband met de vermindering doorveibruik 422,31
3. Verlichting en verwarming en schoolhouden van het
schoolgebouw 579.55
4. Andere uitgaven ter verzekering van den goeden gang
van het onderwijs (assurantiepremie f. 10,25, premie
ongevallenverzekering en rentezegels f. 19,en adv
ministratiekosten: 135 x f.0,50 is f. 67.50) 96,75
Het bedrag der werkelijke uitgaven bedraagt derhalve f,1185,36
Bij besluit van Uw Raad van 29 Deoember 1938 werd voor de open
bare lagere school voor 1939 beschikbaar gesteld een bedrag van
f. 7*87 per leerling. Het gemiddeld aantal leerlingen dier school
over 1939 is 135
Het bedrag, dat derhalve over 1939 beschikbaar was gesteld, be
draagt 135 x f. 7,87 is f. 1062,45.
Het