Verg. 21 November 1940
Nederlandsch Indië tot voortplanting en uitbreiding va .t
den Roomsch Katholieken Godsdienst en de verpleging der
Melaatschen 11en zij dus zoude vallen onder artikel 6. 4e.
der betreffende verordening. Als aanvullende reden wordt
aangevoerd, dat de stichting vrijgesteld zou zijn van grond
belasting in de provincie Noord--Brabant en Limburg op grond
van haar doel.
Opgemerkt wordt, dat vrijstelling van grondbelasting op
zich geen titel is tot vrijstelling van straatbelasting, ter
wijl verder de stichting vrijstelling van grondbelasting ge
niet op grond van art. 25, letter d, sub 2°, dat vrijstelling
geeft voor gebouwen,, dienende tot seminarie, alleen tot oplei
ding van kweekelingen in den geestelijken stand bestemd en niet
op grond van een inrichting ten algemeenen mite zoodat
hieruit geen gevolgtrekking kan gemaakt worden ten aanzien "an
vrijstelling van straatbelasting.
Wat aangaat een beroep op art, 6, é-e, der verordening, be
treft het hier een verzoek om vrijstelling van een gemeente
lijken last. Vrijstelling in het mede dragen van een gemeente
lijken last kan worden verleend op grond, dat men uitsluitend
een belang beoogt, dat algemeen is voor de ingezetenen der
gemeente. In dezen zimoet, blijkens de Memorie van Antwoord
van den Minister op de wet op de Grondbelasting, ook de uit
drukking: inrichtingen ten algemeenen nutte in de wet op
de Grondbelasting genomen worden.
Naar wij meenen kan zulks niet gezegd worden van het hier
boven omschreven doel der stichting. Wij stellen derhalve vooi
afwijzend op het verzoek te beschikken.
Het verzoek ligt ter inzage.
- 11