Verg. 21 November 19*4-0.
Het a antal leerlingen der s chool voor u.l.o. bedroeg
op de \vettelijke teldata in 19*4-0 resp. 39, 39 83>
zoodat het gemiddeld aantal leerlingen dier school
in 19*4-0 bedraagt 53«6* gemiddelde kosten bedragen
derhalve per leerling per jaar f* f. 136.71.
Ingevolge artikel 63 der L.O.wet 1920 behoort het school
geld per leerling en per jaar volgens de laagste klasse
van heffing voor scholen voor tii.l.o. ten minste f. 6.- te
bedragen.
Uat aangaat de vaststelling van een toe te passen pro
gressie op dit bedrag is bij de heffing van schoolgeld voor
het volgen van uitgebreid lager onderwijs een opklimming
gangbaar met een bedrag van ongeveer 1/3 meer als het
gehevene bedrag in do correspondecrende heffingsklasse voor
gehoon lager onderwijs. Bij vaststelling van deze progressie
van 1/3 meer als het gehevene bedrag voor gcT'oon lager onder
wijs bedraagt het heffingsmaximum voor het volgen van uit
gebreid lager onderwijs per jaar per leerling f. 100.-.
Dit maximum van f. 100.- voldoet aan den eisch van arti
kel 63, 2e lid, der L.O.wet, ingevolge hetwelk het bedrag,
verschuldigd volgens do hoogste klasse van heffing, niet
te boven mag gaan het gemiddeld bedrag per leerling der
totale kosten van het uitgebreid lager onderwijs, welk ge
middeld bedrag, ab boven aangegeven, f. 136.71 bedraagt.
Indien de bouw der lokalen voor het u.l.o., waaraan Uw
Raad bij zijn besluit d.d. 10 October 19*4-0 zijne medewerking
verleende, eventueel geen doorgang zou vinden, hetgeen z'-cr
wel