21 'November 19^0. 14 - rel mogelijk is, ware het gemiddeld bedrag der kosten van het u.leO, per leerling over 19^0 te stellen op f. ll'+c85? aoodat ook in dit geval oen maximum heffing van f. 100,- aan dezen eisch van artikel 63 sou voldoen* Aan de hand van door den heer Inspecteur der Directe Be lastingen verstrekte gegevens zal het bedrag van do vermoe delijke opbrengst van het schoolgeld voor het u.l.o. ven blijven beneden de kosten van het u.l.o.welke voor rel. - ning dezer gemeente blijven en welke kosten aan de hand der gegevens aan bovenstaande berekening der totale kosten over 19^0 f, 20MJ-,55 bedragen. Zoodoende zal deze opbrengst dus, overeenkomstig het bepaalde in artikel 62 der wet op het L.O, niet meer bedragen dan een tegemoetkoming, welke aan merkelijk blijft benoden de kosten, die in 19^0 voor reke ning dezer gemeente komen. Vervolgens behoort de thans bestaande verordening op de invordering van schoolgeld voor het 'gewoon lager onderwijs mede van toepassing worden gemaakt voor het uitgebreid lager onderwijs. Hierbij ware toepassing te geven aan artikel 29O, le lid, der Gemeentewet, daartoe aldus gewijzigd bij de wet van 22 April 1937, 311, volgens hetwelk de invordering van een plaatselijke belasting behoort te worden geregel bij do verordening tot heffing dier belasting* Door de 1 palingen dor bestaande afzonderlijke verordening tot invorde ring, Vastgesteld bij Raadsbesluit van 30 April 1937 daartoe eenigszins gewijzigd in te voegen in de thans te wijzigen heffingsverordening, ontstaat dan êêrl verordening regelende de heffing en invordering van schoolgeld voor het gewoon

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 173