De bevolkingsaanwas was zeer goed te voorzien; die was destijds overigens even voorspoedig als thans. T/anneer alle gemeenten in Nederland, die te zamen een agglomeratie vormen, tot een geheel zouden moeten \7orden vereenigd, dan zou de kaart van Nederland aanmer kelijk moeten gewij zigd worden. Gedeputeerde Staten zeggen verder; Van de zijde van Breda is begrijpelijke aandrang uitgeoefend om te komen tot een nieuwe uitzetting van Byeda1 s grenzen, zoo, dat binnen die grenzen adminlbtret- tief wordt vereenigd, wat stedebouwkundig, economisch, sociaal en cultureel reeds een geheel is, Die aandrang is niet alleen begrijpelijk, maar ook ee~ rechtvaardigd. Tal van problemen, die zich in het ccn- glomeraat voordoen, kunnen slechts centraal- en niet door 4- verschillende gemeentebesturen met uiteenloo- pende inzichten tot oplossing worden gebracht, Hier constateeren wij een aantal algemeene bewe ringen zonder eenige motiveering en zonder eenig bewijs. Door het Gemeentebestuur van Breda zijn bij schrijven van 20 Juli 1938, No. 1/2226 en 10 Augustus 1938,No. l/274l, gericht tot Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsehe Zaken, de gronden ontvouwd, waarop uit breiding van die gemeente met deelen van de gemeenten Ginneken en Bavel, Princenhage en Tcteringen noodzakelijk werd geoordeeld. Door dat Gemeentebestuur is althans getracht zijn verzoek te motiveeren. Het heeft gepoogd aan te tooner, dat - /V

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 68