omdat "beider argumenten - het mogen dan gewei dar gumenten wezen - te machtig zijn. Gedeputeerde Staten hebben ons voor een nog hopeloo- zer taak gesteld n8l. te vechten tegen niets. Genoemd Ooilege verklaart verder; Bij de overweging der nieuwe grenzen is rekening gehouden met de mogelijkheid om uitgestrekte platte- landsgebieden, welke voor de uitbreiding van Breda niet noodig zijn, buiten stedelijk verband te houden. Wanneer zouden de uitgestrekte plattelandsgebieden in de gemeente Princonhago, welke aan Breda zouden worden toegevoegd, n.l» de paroohi'èn Loesbosch en Effen, voor de uitbreiding van Breda noodig zijn? Wanneer die, welke van Ginneken en Bavel en Teteringen aan Breda zouden worden toegevoegd? Men sou om die bewering kunnen glimlachen, maar dat zou niet eerbiedig zijn ten opzichte van het Ooilege van Gedeputeerde Staten» Welbeschouwd is er ook geen reden om te glimlachen, omdat uit die passage duidelijk blijkt, dat alleen de belangen van Breda voor oogen hebben gestaan. De plattelandsgebieden, welke voor de ultbre&fllftg'rvan Breda niet noodig zl.in. worden buiten stedelijk verband gehouden. De belangen van Breda blijken richtsnoer te zijn voor de actie van Gedeputeerde Staten. Hebben Gedeputeerde Staten zich ook de vraag gesteld, of deze uitgestrekte plattelandsgebieden, waarin dan de gemeenten Ginneken en Bavel, Princenhage en Teteringen zullen voortkwijnon, oen zelfstandig gemeentelijk bestaan zullen kunnen voeren? 7- - -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 70