- 12 Verg. 2^ Jan.
9. VASTSTELLING DER VERGOEDING OVER 1939 TEN BEHOEVE VAN DE
R.K. U.L.O. SCHOOL.
Door het bestuur der R.K. U.L.O.school St.Laurentius
in deze gemeente is aan den Raad op grond van artikel 103, le lid,
der Lager Onderwijswet 1920,het verzoek gericht voor het jaar
1939 in aanmerking te mogen komen voor de vergoeding, als bedoeld
in artikel 101 van genoemde wet.
Ingevolge het tweede lid van artikel 103 der Lager Onderwijs
wet 1920 stelt de Raad het bedrag vast van de vergoeding, waarop
het bestuur der R.K. U.L.O,school over een afgeloopen jaar recht
heeft, alsmede het bedrag van de volgens artikel 101, le lid, van
Voornoemde wet, voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven.
Het bedrag van het voorschot over 1939 bedroeg f. 154- per
leerling.
Voor de vaststelling van de vergoeding over 1933 behoort het
gemiddeld aantal leerlingen over 1939 te worden genomen, Di
aantal bedroeg 39, terwijl de school op 1 September 1939 is
opend.
Wij stellen derhalve voor het bedrag der vergoeding over 1939
vast te stellen op: 1/3 X 39 X f.15.- is f. 195.-.
Dit bedrag is gelijk aan het verleende voorschot, zoodat geen
verrekening behoeft plaats te hebben.
Bij de aanvrage om vergoeding zijn door het betrokken school
bestuur overgelegd de bescheiden tot staving van de over 1939
gedane uitgaven.
Deze bescheiden zijn door ons onderzocht, waarbij is nagegaan,
of de verantwoorde uitgaven voor vergoeding in aanmerking komen.
Naar aanleiding van dit verzoek stellen wij voer het bedrag
der voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven voor de R.K.
U.L.O.school St.Laurentius vast te stellen op f. 312.19.