33 - Verg, 8 April 1941,
22. VERGOEDING WEGENS OORLOGSSCHADE.
In de vorige Raadsvergadering ls aangehouden de beslis
sing over toe te kennen oorlogsschade voor het verwoeste
pand van de familie Vermeulen in d$i ©eteringschen Dijk,
Door den Voorzitter der Schade-Enquêtecommissie te Breda
is medegedeeld, dat de waarde van de restanten van bovenbe
doeld pand niet in het bedrag der schadevergoeding kan word-,
opgenomen. De gegeven richtlijnen laten dit niet toe.
Aangezien herstelling van het gebouw in verband met de
nieuwe rooilijn ter plaatse, waar het stond, ongewenscht
moet worden geacht, zou de waarde van de restanten der op
stallen bij heisbouw in de nieuwe rooilijn behooren te worden
vergoed.
De verkoopprijs is door de Commissie Bastiaansen geschat
op f. 6180.-.
Voor de berekening der door de gemeente toe te kennen ver
goeding moet genoemd bedrag worden verminderd met
1. het bedrag der door de Schade-Enquêtecommissie toe
te kennen vergoeding voor herstelschade - - - f. 2500.-
2. de \vaarde van de na afbraak vrijkomende
materialen ----------------- 500.-
Totaal f. jJOOO.-
Door de gemeente zou alzoo moeten worden vergoed een
bedrag van f. 6180.f» 3000.- is f. 3180.-.
Voorts behoort door de gemeente wegens hoogere welstands-
eischen nog te worden vergoed een bedrag van f. 300.-.
De totale door de geme 3nte toe te kennen vergoeding be
draagt alzoo f.