Verg. 8 April 194-1.
zijn gebracht, behoort het Raadsbesluit van 24 Januari 1941
ongewijzigd te blijven en het bedrag op f. 15.- per leerling
te worden gehandhaafde
In het vierde lid van het hiervoor bedoelde besluit der
Secretarissen-Generaal is bepaald, dat het schoolbestuur voor
1 April 1942 de aanvrage om vergoeding voor 1941 inzendt. Die
kosten worden derhalve afzonderlijk door de gemeente vergoed.
Nieuw punt 23.
VERZOEK VAN HET BESTUUR DER DR. DE VISSERSCHOOL.
Van den Inspecteur van het lager onderwijs in de Inspec
tie Breda is nog ontvangen een advies d.d. 3 April 1941 naar
aanleiding van een verzoek van het Bestuur der Dr. de Visser-
school. Door het bestuur is onder de aandacht gebracht, dat
in het kader der lichamelijke oefeningen, regelmatig Vrijdags
middags onder leiding van het personeel, met de leerlingen
der hoogste klassen zwemles wordt genomen in het Sportfondsen'
bad te Breda. Het bestuur verzoekt vergoeding van de kosten,
welke 16 cent per leerling bedragen.
De Inspecteur van het lager onderwijs is van oordeel,
dat geen afzonderlijke vergoeding voor awemlessen behoeft te
worden vastgesteld door de gemeente; de schoolbesturen kunnen
de kosten van zwemlessen bestrijden uit de vergoeding van art
101 der L.O.wet 1920. Mocht deze vergoeding werkelijk ontoe
reikend zijn, dan zou nog een beroep kunnen worden gedaan
op art. 101-ter dier wet. Krachtens deze bepaling kan in
bijzondere
M