- l4 - Vp.rg. 28 Juni iq4l.
naar burgerlijk recht. Dit brengt geen gevolgen mede, welke
nog na een eventueele annexatie beteekenis hebben blijkens
de wetten, welke worden uitgevaardigd tot vereeniging,
splitsing of grensverandering van gemeenten. Door bns is
derhalve die bepaling gehandhaafd.
Naar aanleiding van artikel 4 der verordening heeft de
Commissaris opgemerkt, dat in verband met de bepaling van
het 3<ie lid volgens welk een kindertoelage wordt genoten
van 5 procent der Jaarwedde, aanvangende bij het derde
kind, het bepaalde in het 5e lid alleen eenige beteekenis
heeft voor de ambtenaren, die nog geen twee periodieke
verhoogingen hebben. Voorts wil het den Commissaris voort
komen, dat een regeling volgens welke wordt genoten een
kindertoelage van 3 procent met een minimum van f. 60.-
voor elk kind per jaar en per kind en een tijdelijke ver
hooging van dat minimum tat f. 75.- voor het meerendeel
der ambtenaren gunstiger zal zijn.
Wij hebben hierop geantwoord: 11 De bepaling in het vojjide
lid heeft inderdaad alleen beteekenis voor de ambtenaren,
die nog geen twee periodieke verhoogingen hebben. Door de
door U gewenschte regeling zou het echter kunnen voorkomen,
dat ambtenaren met een groot aantal kinderen in nadeeliger
financiëele omstandigheden komen te verkeeren. Het gaat
niet om een regeling, welke voor het meerendeel der ambte
naren gunstiger zal zijn, doch om een regeling, welke fi
nancieel ten bate zal zijn van de grootste gezinnen. De
regeling wordt niet getroffen met het oog op den feitelij
ken toestand van het oogenblik, doch ze is algemeen en
geldt voor de toekomst.
Wij