- X§ - Vege 28 Juni 1941 c
Wij mogen er voorts op wijzen, dat in Ut/ circulaire van
15 April 1941, A„ no. 1019, IVe Afd. is bepaald., dat de
toekenning van een tijdelijke toelage en/of van een ver-
hoogde kindertoelage in de verordeningen ex artikel 223,
lid, der gemeentewet dient te geschieden met haiidha-
ving van de ter zake van de bezoldigings- en kindertoe-
slagregeling bestaande bepalingen,
"Bij brief van Gedeputeerde Staten dezer provincie van 20
November 19^5, G-. no, 217, Ille Afd, is medegedeeld, dat
door den Minister van Binnenlandsche Zaken was bericht,
dat het bij hem. overwegend bezwaar zou ontmoeten, indien
de voor het personeel dezer gemeente geldende kindertdie-»
lage van 5 voor ieder kind te beginnen met het derde
kind zonder meer werd vervangen door de kindertoelage
van het rijkspersoneel, n„l. 3 voor ieder kind,
M Bij de toetsing van de salarisregeling voor het persor.ee?
der gemeente was door hem rekening gehouden met het feit
dat de regeling der kindertoelage eerst met het derde
kind aanvangt. Ware bedoelde toelage gelijk geweest aan
die van het rijkspersoneel, dan zou zijnerzijds bij die
toelating een verlaging der wedden met 6 zijn aangege-
ven. Wij hebben nimmer vernomen, dat dit standpunt is
verlaten.
Wanneer de door U gewnnschte regeling voor het personeel
van de gemeentepolitie moet worden getroffen, dan moet
die ook worden toegepast voor het gehee&e gemeontcperaO'
neel. Er bestaat o.i. geen aanleiding voor het politie-
personeel een uitzonderlijke regeling vast te stellen,
Wij