De Gemeenteraad vo
G. W. METSERS.
Zij nde deze Verordening aan Heeren Gedeptiiee
hun bericht van den 21 September 1882, G, n°.
gedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het b
h
trottoirs, voor zooverre die langs hunne panden loopei»schoon
te houden.
Art. 6.
Bij vriezend weder mogen de trottoirs niet gcschrobt worden,
noch eenig water daarop geworpen of uitgestort worden.
Art, 7.
Wanneer de trottoirs (bij vriezend weder) met ijs of sneeuw
bedekt en daardoor glad zijn, moet een-ieder, over de geheele
lengte van de gebouwen en erven bij hem in gebruik, of zijn zij
niet in gebruik bij hem in eigendom of beheer, met zuiver zand
of asch (geen sintels) bestrooien.
Art. 8.
Bij invallenden dooi is ieder bruiker van gebouwen of erven,
en bij ontstentenis van bruikers, de eigenaar gehouden de trottoirs
ter lengte zijner panden van ijs en sneeuw te zuiveren.
Hakken of kappen, waardoor aan de bestraling of aan de
banden der trottoirs schade zou kunnen berokkend worden is
verboden.
Art. 9.
Bij groole droogte of bij andere buitengewone omstandigheden
is een-ieder verplicht, op aanzegging van wege Burgemeester
en Wethouders, de trottoirs, zoover zijne panden slrekkcn, met
schoon water te besproeien en vochtig te houden.
Art. 10.
Het verontreinigen der trottoirs door daarop, behalve in de
gevallen van artt. 7 en 9, vloeibare stoffen of zand, asch,
hoopen ijs of sneeuw of vuilnis van welken aard ook, uit te
stortente laten vloeien of te leggenis verboden.
naar g<
op de e
Onver
Politievi
gebouw*
stelling*
meester
Hel c
is verb*
gericht*
onmidd*
De bi
voor rj
bij een<
Verorde
Overt
straft
van arl
galden
of afzo
Deze
kondigi
De Secretaris
De
Afgekondigd den September 1882.
In kennisse van mij,
De Secretaris
x'"* x