Gelet op het bericht van den Districtsveearts voor Noord- Brabant en op de door den Minister van Binnenlandsche Zaken bij schrijven van 7 Februari 1895 No. 683 Afdeeling M. P. verstrekte machtiging. HEEFT BESLOTEN Aan den adressant voor het aan den voet dezes omschreven vee de verlangde dispensatie te verleenen onder de navolgende voor waarden 1dat de dispensatiehouder niet is handelaar in vee 2. dat liet vee ter beweiding en ter bebouwing (waaronder ook is te verstaan het vervoeren van mest en landbouwproducten) niet anders worde gebracht dan uitsluitend op bovenbedoelde gronden gelegen onder de gemeente en dat het vee in België niet met aldaar te huis behoorend vee in aanraking kome 3. dat het vee door de zorg van den Burgemeester' der Neder- landsche grensgemeente waar het vee verblijft, op kosten van den belanghebbende, is voorzien van een vast merkteeken, dat voort durend en duidelijk zichtbaar aan een der linker Iichaamsdeelen moet aanwezig blijventerwijl door den betrokken Burgemeester op deze dispensatie duidelijk moet zijn aangegeven waarin dat merk teeken bij de verschillende diersoorten voor zijne gemeente be^ta^ en op welk linker lichaamsdeel het is aangebracht 4. dat bij het terugkeeren uit België, tot aan de pla"s «ftan bestemming (stal of weide van den dispensatiehouder), Ir 3 ook op Noord-Brabants grondgebied afzonderlijk worde gedreV^Jp en niet te gelijk met ander, niet van bovenbedoeld merkteeken voorzien vee 5. dat het vervoer over de grenzen alleen plaats hebbe tusschen zons op- en ondergang. Onder grenslanderijen worden in deze verstaan bouw- en weilanden gelegen in België binnen eene uitgestrektheid van niet meer dan vijf kilo meter van de grens, rechtstreeks geëxploiteerd wordende door personen wonende in Noord-Brabant. <3 Zz At

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 102