personeele» belasting drukken zwaar op den middenstand»Opcenten op de vermogensbelasting zijn eene redelijke compensatie tegen opcenten op de personeele belasting» De Heer LAUREY zegt,dat de beldere uiteen zetting door den Heer Sprenger het gevoelen weergeeft van den Heer Veltman en van spreker. De VOORZITTER zegt,dat in de vergadering' van Burgemeester en Wethouders met de voorstellers de bezwaren van den Heer Sprenger reeds zijn weerlegd.De bewering,dat er geene geleidelijke stijging is in de schaal van Burgemeester en Wethouders is niet waar» $e stijging- is geleide lijk,zooals de cijfers aantoonen.De Heer Sprenger schermt wel met de bewering,dat de opcenten op de vermogensbelasting eene compensatie ifcjn voor opcenten nop de personeele 'belasting» Spreker kan dat echter niet inzien en blijft bij zijne meening dat daardoor de vestiging in de gemeente zal worden tegengehouden.De schaal van den Heer XX Sprenger is onbillijk,Daardoor wordeto ds hoogere inkomet-eer ontlast. Een inkomen als dat van den Heer Sprenger b.v. wordt tengevolge van de voor gestelde schaal ontlast mettf 88 en tengevolge van de voorstellen betreffende kinderaftrek met 35, Dit vindt spreker eene groote onbillijkheid. Docr de voorstellen wordt de middenstand zwaar belast* Spreker vindt; iir de schaal van den Heer Sprenger eene groote onbillijkheid. Opcenten op de vermogenebelasting achten Burgemeester en Wethouders niet gewenscht.De Heer Sprenger heeft gewezen op Princenhage en Teteringen,waar op centen worden geheven op de vermogensbelasting, tjsrwijl hij twijfel heeft geopperd omtrent Ereda» Wanneer £s-ri^f

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 132a