4.
Wanneer echter te Breda opcenten op de vermogensbelasting
werden geheven,sou de Heer Sprenger dat wel weten.
Burgemeester en Wethouders zullen de menechen niet wegjagen
en nu weet spreker wel,dat de menschen daarom niet zoo gauw
zullen gaan loopen,maar de vestiging in de gemeente wordt er
ongetwijfeld door tegengehouden.
De Heer SPREHC-ER zegt,dat de Voorzitter het hem heel
lastig maakt en hem in een pijnlijken toestand plaatst,door
voor te stellen,alsof spreker met de voorstellen ie gekomen
om er een slaatje uit te 'oslaan van 80 of meer. Spreker
zegt,dat er geen sprake van is,dat een inkomen,zooals door
hem wordt genoten,ontlast zou werden»En al had de Voorzitter
gelijk, dan had hij er nog over moeten zwijgen. Spreker is
begonnen met progressieve belasting,terwij 1 toch progressieve
belasting alles behalve in zijn voordeel is«Spreker moet
zich noodgedwongen een pluim op zijn eigen hoed steken.
Hij heeft hltijd geijverd voor het heffen van belasting naar
draagkracht en nu wil de Voorzitter het voorstellen,alsof
spreker er een slaatje uit heeft willen slaan.De middenstand
wordt te «waar belast door de opcenten op de-personeele be
lasting. Door het heffen van opcenten op de vermogensbelasting
wordt daartegenover eene compensatie verkregen. Alle raads
leden,met wie spreker over zijn schaal heeft gesproken,
waren van oordeel,dat die beter was dan de schaal van
Burgemeester en Wethouder*galleen één lid maakte daarop
eene bemerking»
pe VOORZITTER antwoordt,dat hetgeen hij heeft HX$;XKXXXX
gezegd,niet persoonlijk bedoeld was.Spreker verklaart waar
deering te hebbern voor het werk van den Heer Sprenger, het
welk met bC niet is betaald,hij heeft geen persoonlijke
aantijging bedoeld. De middenstanders wordér^de schaal van
den Heer Sprenger zwaar gedrukt.
De Heer SPRENGER zegt eene schaal te hebben ontworpen
en die te hebben vergeleken met de schaal van deft rijksin-
kom stenbelaeting.
Heffing