moest gelezen worden,doch jammer voor hen staat in de notulen,waarin die rede is opgenomen,tevens,dat de Heer Laurey als feit noemt,dat enkele onzer politie-beambten belast met de bewaking der openbare orde op straat,bij gelegenhèid van een muziek en zanguitvoering-derhalve in hun diensttijd als gidsen voorop de safe's zijn binnengegaan om zich daar overvloedig te laven aan geestrijke dranken. De bedoeling van den Heer Laurey -was toen,een blaam te werpen op de politiesen waar hij dat bedoelde en dat deed/was het een lafheid van hem en een misleiden van den publieke opinie dat niet tevens in de pers te vermelden. Zeker wist hij,dat dan den volgenden morgen een klacht ingediend zou zijn bij den Officier van Justitiehetzij door de politiemannen,het- zij door spreker. Dat spreker indertijd die blaam op zijn politiecorps liet zitten,vond daarin zijn oorzaak,dat hij de eer van dst politiecorps te hoog acht,om het door vuiligheid te zien neergehaald. Wederom werd hier als feit genoemd,wat geen feit was. Spreker ie er geenszins opgesteld,dat ae Heer Laurey met deze mentaliteit optreedt als verdediger voor de positie zijner politie sn hij weet,dat zijn politiemannen geheel zijn op vatting deelen. t Spreker richt dan ook tot den Raad het verzoek mede te gaan met het prae-adviss van Burgemeester en Wethouders om deze en in het prae-advies genoemde redenen en thans geen veran dering te brengen in den toestand zooals deze thans is,waar mede het corps volkomen tevreden is. Mocht later blijken,dat een onderdeel van de regeling wijzi- ging behoeft,dan kan de Raad ervan verzekerd zijn,dat spreker met inachtneming van den plaatwelijken tbestand,en zeer zeker in het belang van zijn politiecorps,alles zal doen om steeds hoogerop te gaan. De Heer LAUREY zegt.de «tukken ongewijzigd aan de redac- tie te hebben bezorgd. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 137