Eersl ad.
Openbare vergadering van den Gemeenteraad op
Dinsdag, 13 October 1935, des namiddags twee ure, ten
gemeentehuize van Ginneken.
Tegenwoordig alle de leden van den Raad te weten de hee -
ren: fl„J. Laurey; H.P. Veltman; A. van Nooten; J.W. Sp®enger
A.J, VerleghA. Beenackera; C. Rijppaart; G.A. van Hooijdonk;
W.J, loerakker; J.G. van Eijl; A.J. Rops; J.H. Oomen en
Mr. W.A.Jvan den Hurk.
VOORZITTER: Jhr. Mr. Th.E. Serraris.
SECRETARIS: A.G. Bastiaansen
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voer de notulen
van de vergadering van 1 October j.l. aan te houden tot eene
volgende vergadering.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
De heer LAUREY vraagt, alvorens met de behandeling van da
agenda wordt aangevangen, het woord over een persoonlijk feit.
De VOORZITTER verleent het woord aan den heer Laurey.
De heer LAUREY merkt op1, dat de Voorzitter in de vorige ver
gadering eene beschuldiging heeït uitgesproken n.l. dat spsker
aan de pers eene rede zou hebben verstrekt over de politie,
nadat door hem daarin te voren gedeelten waren geschrapt.
Spreker moet echter beginnende verklaren, dat door hem in de
vorige vergadering ten opzichte van deri Voorzitter een woord
is gebezigd, dat niet had moeten worden geuit. Spreker neemt
dat woord openlijk terug. De Voorzitter heeft toen beweerd, dat
door hem aan de pers een stuk zou' zijn verstrekt, waarin ge -
deelten waren geschrapt. Het spijt spreker niet te hebben
gevraagd of de Voorzitter dat kon bewijzen Van het antwoord
zal afhangen of spreker daar op ingaat.
De VOORZITTER stelt het zeer op prijs, dat de heer Laurey zijn
onparlementaire woorden intrekt. Spreker had niet anders van
van den heer Laurey verwacht. Men kan van meening verschillen
maar