De VOORZITTER asht hst amendement van weinig beteekenis. De Heer SPRENGER verwondert zich ever de opvatting van den Voorzitter. Hij .leest een passage voor uit het werk van Qppenheim Het Nederlandsch Hemeenterecht Het reglement van orde bevat eene leemte, welhfe behoort te worden aangevuld. Er hebben zich hier gevallen voorge daan, dat de Raad niet terstond in kennis werd gesteld met ingekomen stukken. Sppeker noe&t hiervan enkele voorbeelden. Het voorstel is niet zoo onbelangriik als het lijkt. t De heer LAUREY acht het voorstel niet öoodig en zal daarom tegen stemmen. Het voorstel zou alleen zin hebben, wanneer het reglement van orde overeenkomstig het tweede lid van artikel 67 der Gemeentewet voorschreef, dat be- paalde stukken aan bepaalde Leden of Commiasiën moesten worden toegezonden. Nfc de orde der vergadering daarvan niet3 bepaalfc-, behooren alle stukken terstond ter tafel te worden gebracht. De heer SPRENGER zegt, dat de praktijk anders is. De heer VAN DEN HURK wil de stukken terstond in de ver gadering hebben en niet wachten tot de vergadering, waar- voor het stuk is bestemd. Wanneer een stuk binnenkomt, dat betrekking heeft op de begrootingsvergadering^,moet met het mededeelen van dat stuk niet worden gewacht tot die vergadering, maar behoort het onmiddellijk ter tafel te worden gebracht. De heer LOERAKKER 'wijst op eene missive van den Minister van EISf£MIiKMSSKSi Binnenlandsche Zaken, welke hierop betrekking heeft. De heer SPRENGER zegt, dat hier eene leemte bestaat in de Wet, Dit is de meaning van Oppenheim. Spreker wil die t leemte in het reglement van orde aan-gevuld zien. Het voorstel tot het inlasschen van een artikel 13a wordt in stemming gebracht. Het wordt verworpen met negen tegen vier stemmen. Tegen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 146