Tegen stemden de heeren: Van Noo^en; Verlegh; Beenackers; Rijppaart; Van Hooiidonk; Loerakker; Van Eijl; Rops en Larey. Voor stemden de heeren: Sprénger; OomenVan den Hurk en Veltman. Aan de orde wordt gesteld het voorstel tot invoeging van een nieuw artikel na artikel 16 Artikel 16a), De VOORZITTER acht het voorstel beslist onaannemelyk. De heer SP REN GE R zegt,* dat hij dit voorstel heeft gedaan naar aanleiding van hetgeen door Oppenheim daaromtrent is geschreven,, Oppenheim wijst er op, dat het wenschelijk zou zijn de rechten van den Raad te regelen ten aanzien van het gebruik van archiefstukken. De Raadsleden kunnen niet steeds volstaan met inzage van de stukken,welke ter inzage zijn nedergelegd. Nu kunnen ze verzoeken of ze inzage van de stukken mogen nemen. De iJeoretariC- is steeds zeer welwillend; maar spreker wenscht niet af te hangen van welwillendheid. Spreker voelt wel, dat de mogelijkheid bestaat dat daar van misbruik zal worden gemaakt. Wanneer de Voorzitter meent, dat dit ook zal geschieden, heeft hii een kwaden dunk' van den Raad, De Voorzitter kan het altijd nog beletten en wanneer de Raad besluit, dat inzage moet worden verèesnd, kan het besluit ter vernietiging worden voorgedragen. Maar het voorstel komt van Spr'enger en Van den Hank en daarom moet het de dooit in De heer VAN DEN HURK vraagt den Voorzitter of deze een voorstel wil doen. De VOORZITTER Zegt, dat hij den moed heeft te twij felen aan de bewering van den heer Sprenger, dat er geen Raadsleden zouden zijn, die zullen zeggen: wij wrillen alles zien, Spreker vraagt, wie ver antwoordelijk is, wanneer een stuk verdwijnt. De heer SPRENGER zegt, dat dit &et de stukken van den Raad ook kan geb^euren. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 146a