er is geen reden,in dit opzicht,op 1925 meer den nadruk te te leggen dan op voorgaande jaren. Het belang van 1925 ligt elders.Nooit te voren is zoo duide- r lijk aangetoond,hoe in Ginneken sommige gemeentezeen,alsmede de raadsleden,die met U,mijnheer de Voorzitter,van meening verschillen,worden behandeld.Verzoekschriften,die meer bepaald de belangen van de buitenwijken op hei oo& hebben,werden door U zoo gauw mogelijk afgepoeierd:de adressanten worden geregeld met een kluitje in het riet gestuurd,desnoods later nog eens met een tweede kluit jejammer maar,dat zoo'n tweede(cf derde) kluitje wel eens heelemaal niet past bij het eerste kluitje! Maar och dat hindert ook al niet Opbouwende arbeid is het belang der gemeente,voortgekomen uit s'Eaads initiatiefwordt door U geregeld tegengewerkt .Dat U een voorstel,dat Uwe goedkeuring niet wegdraagtbest rijdtligt voor de hand.Maar daarbij prikkelt U door scheeve wetsuitleg ging, door ondeugdelijke argumenten,gevolg van onvoldoende voor bereiding van hetgeen in den Raad zal worden behandeld en in laatste instant ie,door persoonlijke verdachtmaking,die meestal even onwaar als ongerijmd blijkt* te zijn|Dientengevolge is de stemming zwoel,de atmosfeer geladen;en het gevolg blijft niet uitrhet onweer is als het ware niet van de lucht .Wanneer U achteraf ter verantwoording wordt geroepen en weigert,de onware beschuldiging in te trekken,bent U alweer de directe aanleiding voor nieuwe onverkwikkelijke tooneelen,die onze raadsvergade ringen zoo vermaard maken. De diepere oorzaak -v'an dit alles ligt bij Uw onwil,om met de gekozen vertrouwensmannen der Ginnekensche burgerij samen te werken:alleen Uw haan mag koning kraaien.Onderling vertrouwen, zoo hard ncodig,zal de gemeenteraad de taak,hem door de gemeen tewet opgelegd,naar behooren vervullen,zoekt men dan ook hier vaak tevergeefs.Daardoor ook wordt het raadslidmaatschap alhier een zeer betrekkelijk genoegen,althans voor die raadsleden,die zich nu eenmaal druk maken voor het belang van Ginneken en de Ginnekenaren.Sterker,U maakt het raadswerk,waaraan wij ons vrij willig geven,tot een bron van onaangenaamheden en bederf,tot ee:i 3L jc zenuwsloopenden arbeid. -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 169a