Er is moed en plichtsbesef noodig,om onder zco'n ''leiding" vol te houden en niet te versagen. Mijnheer de Voorzitter,ik moet mijne beschuldigin gen met bewijzen stavenrmijne gewoonte is het niet beschuldigingen te uiten,die alleen hun grond vin den in mijne fantasie !Dan wijs ik in de eerste plaats ègt&dê op de aanneming van de begroot ing voor het jaar 1925 "en bloc".Al was U toen misschien niet in strijd metde lettei-van de wet,zeker was U in strijd met de bedoeling van den wetgeverimmers i"de raad,het hoofdcollege van wetgeving en bestuur? is door Uw optreden niet in staat geweest,de belangen d der gemeen.te behoorlijk te bespreken,een taak, waartoe juist de behandeling van de begroot ing een zoo uitermate geschikte gelegenheid biedt. Door het negeeren van het voorstel van den heer Laurey tot schorsing der vergadering,een voorstel, dat meer dan voldoende ondersteund werd,hebt U eene verantwoordelijkheid op U geladen,die ik niet gaarne zou dragen.De critiek van Laurey op het college IL vain B.en F.moge niet aangenaam zijn geweest, vleiend voor U was ze inderdaad niet,zulks gaf U geenszins het recht,zoo op te treden ..De ge volgen bleven niet uit. Als reactie op deze behandeling der begrooting werden door een zestal raadsleden een zevental voorstellen ingediend;U begroette die met de woorden"afgedane zaken".Dat was niet vriende lijk van U.De gunstige ontvangstdie de voor stellen in den raad vonden,taonde maar al te dui delijk aan,dat die zaken geenszins afgedaan waren!Het kan dan ook alleen Uwe bedoeling zijngeweest,dccr het gebruik van een derge- lijken term,die voorstellen,die U herinnerden aan de wijze, waar op door U de begroeting er was doorgejaagd,zoo spoedig mogelijk in den doof pot te stojfcjben. Felk c

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 172