C„spreking 1. De Voorzitter stelt aan de orde de bespreking van het grondbe- verordening r n Geheime vergadering van den Gemeenteraad op Maandag, 18 Mei 1925. Tegenwoordig de heeren: A. van Nooten; C. Rijppaart; J.G.van Eijl; G. A. van Hooijdonk; H. P. Veltman; W. J. Loerakker; C. J. Laureij; A. J. Rops; J. H. Oomen; J. W. Sprenger; A. Beenackers; A. J. Verlegh en Mr. W. A. J. van den Hurk. Voorzitter: Jhr. Mr. Th. E. Serrarie, Secretaris: A. G. Bastiaansen, Nadat de deuren zijn gesloten, stelt de Voorzitter voor de vergadering in het geheim voort te zetten ter besprekking van de verordening op het grondbedrijf. Dit voorstel wordt goedgevonden. grondbedrijf. drijf en verzoekt den heer D. W. van Ouwerkerk, accouïant van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, de concept-verordening op het grondbedrijf te willen toelichten. De heer van Ouwerkerk geeft eene uitvoerige toelichting om aan te toonen, dat naar zijne meening de inrichting van een grondbedrijf noodzakelijk is, zoowel om administratieve redenen als om de mogelijkheid om een goed beheer te verzekeren. Wanneer geen grondbedrijf wordt ingericht, drukken de kosten van renten en aflossingen op de tegenwoordige belastingbetalers, terwijl anders de kosten ktmnan worden gedragen door het bedrijf. De Voorzitter stelt de leden verder in de gelegenheid de ver schillende artikelen van de verordening te bespreken. De heer Sprenger vraagt, waarom de gronden, welke in arf - pacht worden uitgegeven, uit het bedrijf worden genomen. De heer van Ouwerkerk verklaart, dat die gronden dan niet meer kunnen worden geacht te behooren tot het bedrijf. De heer Sprenger vraagt, wairasKXx waarom ingevolge art. 9 laatste alinea de uitkomsten van de schatting zoo mogelijk worden medegedeeld aan den gemeenteraad en waarom dit niet ver plichtend wordt gesteld. De heer van Ouwerkerk vindt het beter dit facultatief te stel' lenHet zou soms gewenscht zijn de schatting miet mede te dee- n

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 200