Het voostel, in stemming gebracht, wordt verworpen
met acht tegen vier stemmen.
Tegen standen de heeren: Van Hooi j donk
Beenackers; Loerakker; Verlegh, Riippaart; van
Nooten; Rops en Van Eijl.
Voor stemden de heeren: Veliman; Laurey;
Sprenger en Oomen.
De Heer 8PRENGER wensoht nog eene vraag te
stellen. Het recht heeft gezegevierd. Waar
schuilt de fout van dit treurspel.- Spreker
vraagt, wie hier de schuld draagt; zijn het
Burgemeester en Wethouders <bf is het Aartsen.
De VOORZITTER zegt, dat Aartsen een rapport
heeft uitgebracht. Burgemeester en Wethouders
hebben gehandeld op een rapport van Aartsen.
De Heer SPRENGER zegt, dat is gehandeld op
een verkeerd advies. Sppeker kan het er^ zoo niet
bij laten. Er heeft destijds al een heftig debat
in den Raad plaats gehad over Aartsen. Toen is
het eind geweest, dat hij .is gehandhaafd. Nu
moet het uit zijn. Deze daad is erger dan de
vorige. Spreker stelt voor Aartsen ontslag te
verleenen.
De VOORZITTER zegt, dat Aartsen een rapport
heeft uitgebracht en dat hij overtuigd was, dat
ƒ9.- te veel was opgeschreven. Hij heeft het
rapport onder eeae bevestigd, wanneer de man met
opzet een verkeerd rapport heeft uitgebracht, is
hij nnog meineedige^^ppeker laat dat niet zeggen.
De Heer LOERAKKER vraagt-of de Kantonrechter
heeft uitgemaakt, dat ^artsen met opzet een ver
keerd rapport heeft uitgebracht. Als dat niet is,
dan mag het ook niet gezegd worden.
Het voorstel van den heer Sprenger wordt niet
ondersteund,
•De Heer VELTMAN stelt voor het vonnis aan te
vragen. Daartoe wordt besloten, on Schrijven