9. De heer Sprenger vraagt of zijn betoog niet met verwondering ia aangehoord» De Voorzitter antwoordt den heer Sprenger Van U niet. Spreker vervolgt, dat het oprichten van een H.uart beeld betreft het oprichten van een beeld van God. Wanneer het een ander beeld betrof b.v. een beeld van de H. Theresia of een beeld va.n de H. Maagd, d.w.z. een specifiek katholiek beeld, dan zou spreker de bezwaren beter inzien. Speaker kan echter niet begrijpen, dat een geloovig protestant bezwaar heeft tegen dit beeld. Spreker is het eens met den heer Van den Hurk dat op het monument geen ge meentewapen moet staan. Anderen denken er echter anders over en zullen het beschouwen als een monument. Spreker wil in het toe- staan eener bijdrage eene erkenning zien. Het betoog van den heer Laurey, dat het een zuiver parochiaüi kwestie ie, heeft sprker het meest bevreemd. Er wordt een beeld opgericht in de heele gemeente. Spreker begrijpt niet, dat van den kant van den freer Laurey bezwaren komen. I De heer Van den Hurk merkt op, dat de Voorzitter heeft gespreken van een beeld van"God. Naar sprekers liberale opvatting moet met alle ingezetenen rekening worden gehouden, ook met cngelocvigen en met joden, die er ook in de gemeente zijn. Wanneer U meent,dat ik als protestant voor zou kunnen stemmen, dan maak ik daartegen toch bezwaar als libera&l raadslid. De Voazitter vraagt den heer Van den Hurk of deze dan niets voelt voCr een monument De heer Van den Hurk zegt daar in het algemeen niet veer te voeler1 De heer Loerakker kan van religieus standpunt niet voor het ver- leenen eener bijdrage stemmen, en juist uit hoogachting voor een persoon, die door het monument wordt voorgesteld. Hij kan in het oprichten van het monument geen gemeentebelang zien. De heer Laurey zegt, dat hij is begonnen met te verklaren,dat alle parochianen vrijwillige bijdragen hebben verleend. Als alle raadsleden daaraan zouden willen bijdragen,zou spreker het gaarna toestaan. Het zou spreker echter moeten spijten, wanneer men later zou kunnen zeggen, dat er nog een gedeelte, al was - - I "i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 7a