De heer SPRENGER wenscht naar aanleiding daarvan nog
een woord in het midden te brengen. De Heer Sprenger
dankt Burgemeester en Wethouders voor de uitvoerige be
handeling van zijn vooretellen, Op deze wijze kan een
debat meer effekt hebben, Tot goed begrip der zaak
wenscht de heer Sprenger er op te wijzen, wat de oorzaak
is van deze voorstellen. Toen in de vergadering van juli
j .1, de verbreeding van de RkïKSSMXJfiXÏSLüaSïï&SÏ Prine-
HendrikstBaat ter sprake kwam, heeft de heer Loerakker
de meening geuit, dat daar een bouwverbod behoorde te
worden gelegd. De heer Van den Hurk heeft gesproken over
den hoek Markt - Brugstraat. De hee.r Loerakker wenschte
daarvoor een raadsbesluit. Spreker merkt echter cp, dat we
hier niet. met een bouwverbod te maken hebben. We hebben
hier te doen met het aanwijzen van een rooilijn. Spreker
citeert een arttekel van Mr. Kallen uit het tijdschrift
gemeentebesturen wBurgemeester en Wethouders geven
overigens ook toe, dat het hier eene rèoilijn-kwestie
betreft. Burgemeester en Wethouders komen met bezwaren
tegen een algemeen r&oilijn-besluitWanneer tegen een
algemeen roo.ilijnbesluit bezwaren bestaan, kan een parti
eel rooilijnbeslu.it worden vastgesteld* Spreker heeft be
zwaar tegen het vaststellen van de rèoilijn voor één huis
te gelijk. Spreker is het er niet mede eens, dat het vast
stellen van een algemeen rooilijnbesluit moeilijk is. Hij
is van oordeel, dat èedereen daarover kan meepraten. De
vraag is echter of dit tot stand moet komen op grond van
artikel 3 der Woningwet dan wel op grond van artikel 135
der Gemeentewet, Voor spreker is duidelijk, dat de geval
len, welke we hier op het oog hebben, vallen onder artikel
135 der Gemeentewet. Nu staat in het prae-advies, dat door
spreker wordt bedoeld de rooilijnbesluiten vast te stellen
op grond van artikel 3 der Woningwet, omdat door hem wordt
voorgesteld artikel 1 van de bouwverordening
te wijzigen. Het zal wel niet behoeven te worden betoogd,
dat in de bouwverordening ook voorschriften kunnen voor
komen
LAJV