Door den Raad wordt met tien tegen drie stemmen besloten den heer Sprenger voor dit speciale geval een onderzoek te laten instellen bij den bedrijfs leider "op een door Burgemeester en Wethouders te be palen dag Voor dit voorstel Rebben zich verklaard de heeren: Oom en; Veltman; Van den Hurk; Sprenger; Loerakker; Ver- legh; Laurey; Beerfackers; Van Hooijdonk en Van Sijl, Tegen waren de heeren: Van Noot en; Rops en Rijp- paart De heer SPRENGER dankt de raadsleden voor het in hem gestelde vertrouwen. Vervolgens wordt behandeld de vij fde vraag van den heer Laurey betreffende het instituut van school artsen. De heer LAUREY verklaart zich eendeels verheugd; j eendeels spijt hem het antwoord. Burgemeester en Wet- houders maken bezwaar tegen de kosten. Spreker is van oordeel, dat de kosten eenige honderden guldens zullen bedragen. Spreker zou eens een onderzoek willen c N J - laten instellen naar de kosten, De heer LOERAKKER zegt, dat hier met eene enkele een vraagstuk wordt aangeroerd van groote strekking. Grooter dan misschien vermoed wordt. Het is de vraag, cf het voor deze gemeente gewenscht is met het oog op de daaraan verbonden kosten en het te verwachten resul taat» In verschillende provinciën is het vraagstuk reeds ter sprake gebracht. In Utrecht is Ja;et provinciaal ge regeld, Het laatste woord is over deze kwestie nog niet gesproken. Het recht der ouders komt y£er eenigs- zins door in het gedrang. Spreker zou willen voorstellen dat de leden het vraagstuk eens onderzoeken. De VOORZITTER zegt er met beide doktoten over te hebben gesproken. Een der doktoten heeft gezegd, dat er iedere week een paar dagen voor noodig zijn. Breda heeft nog geen schoolartsen. Er ontstaat daardoor ook rivaliteit tusschen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 92a