De ^aad is van oordeel, dat .er taakverdeeling komen moet.
Het is de bedoeling dit niet op de lange baan te schuiven
De heer SPRENGER zegt, dat de Wethouders ontslag behoor en te
nemen, wanneer er geen taakverdeeling komt»
De heer Van den HURK acht dit de eenige conclusie»
aan
De heer LOERAKKER ziet geheel anders Aaaxkatgasn tegen het
vraagstuk nah de Wethouderskwestie wordt gesteld»
Spreker ziet hierin een andere politiek dar^/netbelang der
gemeente»
- De heer Van den HURK zegt, dat de heer Loerakker zich schrome
lijk vergist in zijne medeèeden^wanneer hij meeiyt, dat hier
de bedoeling voQrzit de Wethouders te laten bedanken*
De Raad wenscht alleen, dat de Wethouders uitvoeren, wat door
den Raad is besloten» Burgemeesterjen Wethoufcrs stellen zich
bloot aan repraèaille-maatregelen vqn den Raad, wanneer .ze geen
taakverdeeling invoeren. Spreker heeft er geen oogenblijj: aan ge
dacht politiek te voeren tegen de Wethouders. Spreker conclu
deert, <&t de Wethouders hun mandaat ter beschikking moeten
stellen, wanneer ze geen taakverdeeling willen invoeren.
De heer SPRENGER merkt op, dat de heer Oomen de motie heeft
gesteld. Het feit, dat de heer Oomen de motie heeft gesteld, is
bewijs, dat het niet de bedoeling is de Wethouders te wippen.
- De heer Van den HURK X&SïxWkN&eiSL'iÊX zou wenschen, dat de heer
Loerakker zijn woorden introk.
Be heer LOERAKKER is daartoe niet genegen.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders aauaxd hunne
meening aan den Raad zulllttr^kenbaar staken,
Verlichting 24. De heer Van EI-JL vraagt, hoe het staat met de verlichting
Rijksweg Heusden-
hout. van den Rijksweg te Heusdenhout»
De VOORZITTER zegt er met den Bedrijfsleider te hebben over
gesproken. Er zal zoo veel mogelijk spoed m^e worden gemaakt.
kax
Xoolasch 25. De heer Van EIJL zegt, dat het gewenscht is koolasch te
Heusdenhoutsch
straatje. brengen in het He us denhout sch straatje»
De VOORZITTER antwoordt, dat er voor gezorgd zal worden.