worden medegerekend leerlingen, die eene door hen
bezochte gelijksoortige bijzondere school zouden ver-
laten, doch voor'wie op die schóól gelegenheid tot
plaatsing in de voor hen bestemde klasse zouden blij-
ven. Van de 70 leerlingen,, die blijkens de overgelegde
verklaring van ouders enz. de school zouden bezoeken,
bezochten 43 leerlingen gelijksoortige bijzondere scho-
len als de school, welke zou worden opgericht, zoodat
het vereischte aantal van 40 niet overbleef.
M Door den; Raad werd daarom in zijne vergadering
van 6 November 1933 besloten geen verdere medewerking
te verleenen tot oprichting van de school.,
Bedoeld raadsbesluit van 6 November 1933 is
-vervolgens bij 'Koninklijk- Besluit van 3.1 October 1934
Stbl, 483 vernietigd wegens strijd met de Wet. Het
besluit van den Raad- om -zich van alJLe verdere medewer-
king te onthouden, werd geoordeeld' te zijn in strijd
n met de bepalingen van de Lager Onderwijswet 1930,
Sindsdien is geen nadere beslissing genomen.
Door den Raad behoort nu gevolg te worden gegeven aan
het voorschrift van artikel 159 der Gemeentewet. De
Raad behoort dus medewerking te verleenen, hetzij door
opnieuw -schoollokalen aan te bieden, hetzij door het
beschikbaar stellen van gelden*
n Het heeft steeds in de bedoeling gelegen van den
Raad de bestaande schoollokalen aan te bieden; reeds
meermalen is dit geschied* De lokalen, welke vroeger
zijn aangeboden, zijn thans, door toename van het leer-
lingent&l der openbare school, niet meer beschikbaar,
w De vraag is echter te overwegen of de lokalen
n der openbare school, welke gelegen zijn aan de Prinses-
JulianaMH&SX straat, niet voor het geven van onderwijs
i-n gereedheid zouden kunnen worden gebracht. Die lokalen
zijn tijdelijk voor andere doeleinden gebruikt geweest,
W doch de Raad"heeft nimmer op grond van art» 330 der
Gemeentewet verklaard, dat die lokalen niet meer ten
openbarem dienst bestemd zijn. Die lokalen hebben dus
hunne oorspronkelijke bestemming behouden, zoodat die
thans zouden kunnen worden aangeboden»
Hierbij moet echter niet uit het oog worden ver-
loren de beslissing van. den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen van 8 Augustus 1933, waarbij
is beslist, dat het Bestuur van bovengenoemde vereeni-
w ging terecht heeft geweigerd de aangeboden schoollokalen
te aanvaarden. De beslissing van den Minister was echter
n gegrond op de ligging van het schoolgebouw, ook in ver-
band r$et de levensvatbaarheid der school. De school be-
hoorde naar het oordeel van den Minister te zijn gelegen
in een wijk, waarin in het algemeen uitbreiding van de
gemeente in het vooruitzicht ligt en bovendien op korten
afstand van de woonplaatsen der leerlingen, ook van die
n van Princenhage en Teteringen,
Wij meenen er echter op te moeten wijzen, dat de
omstandigheden sedert de beslissing van den Minister
zich geheel hebben gewijzigd. Door het aanleggen van de
nieuwe wegen, is de school/ komen te staan op het meest
geschik|te punt. De afstand van het centrum der Baronielaan
is betrekkelijk kort geworden, terwijl de school is ge-
legen zeer nabij de nieuwe bouwterreinen, waar, gokar
mag worden verwacht, in de eerste toekomst hoofdzakelijk
de uitbreiding zal plaats hebben.
De plaats, waar- bovenbedoelde vereeniging de school
wenscht te stichten, achten wij thans nog. minder ge-
schikt dan voorheen. Door het aanleggen van nieuwe wegen
is de toestand daar ter plaatse geheel gewijzigd. De
omgelegen panden zmllen door de school in waarde dalen
en zeker meer dan die in de omgeving van de school in
de Prinses-Julianastraat
Ds vraag dient echter te worden gesteld, of die
n schoollokalen voor het beoogde doel geschikt ziin en
of