Raad kan dat echter veilig aan Burgemeester en Wethouders overlaten. Spreker zegt, dat het voor stel van den heer Laurey in strijd is met de wet. Be heer LAUREY merkt op, dat de Raad tooh zijne sanctie zal hebben te verleenen aan het beschik baar te stellen bedrag. De heer LOERAKKER meent, dat het niet juist ia, wanneer de Raad een bepaald bedrag beschikbaar stelt» Burgemeester en Wethouders behooren daaromtrent in overleg te treden met het schoolbestuur. Wanneer geen overeenstemming wordt verkregen, beslist de Minister. De heer VAK DEK HURK merkt op, dat, wanneer de Raad gelden beschikbaar stelt, hij er verder niet^ meer aan kan doen. De VOORZITTER is van oordeel, dat de Raad het verder aan Burgemeester en Wethouders kan overlaten. De heer SPRENGER zegt, dat noch Burgemeester en Wethouders, noch de Raad heeft te beslissen. De heer VAN DEK HURK wijst er cp, dat de Raad staat voor eene belangrijke beslissing. De Raad geeft door het aanbieden van gelden het heft uit handen. Bpreker wil beginnen met het aanbieden van de schoollokalen. De VOORZITTER verzoekt over de plaats te beslis sen. De heer LOERAKKER meentdat we vertrouwen moeten hebben in Burgemeester en Wethouders en degenen, die voor heé rijk zijn aangesteld. Wanneer gezegd wordt, dat er geen gymnastieklokaal moet zijr. en dat verder allerlei inkrimpingen moeten worden aangebracht, dan mag men wel verwachten, dat ook cp de financiën van de gemeente zal worden gelet. Wanneer de bezwaren ge grond zijn, zmllen die wel in aanmerking worden ge nomen. De Noodwet is door de Kamer aangenomen, omdat de gebouwen te luxieus waren ingericht. De v o - O o $bi a f

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 114a