Spreker geeft toe, dat de heer Van der Put wel zal weten, wat voor het bedrijf noodig is. Spreker zou een z.g. montage wagen willen zien aangeschaft, waar gereedschap op geborgen kan worden» Spreker is niet tegen een auto, maar wel wanneer er geen prijsopgaaf van is3 De VOORZITTER antwoordt, dat dit punt ook bespreken is. De bedrijfsleider moet de werkzaamheden regelen. Ter besparing- van tijd wordt voorgesteld een auto aan te schaffen;- dan be hoeft men niet met een stootkarretje materialen te vervoeren. Om een kleinigheid te vervoeren zijn er wel drie man den ge- healen morgen weg. Praktisch is het beter een wagentje aan te schaffen, dat geeft ook een groot voordeel» De heer SPRENGER zou wenschen, dat het punt nader in de Lichtcommissie werd besproken. Hij verlangt een deskundig rapport. Spreker meent, dat het een stokpaardje is van Van der Put en Van Vlijmen. De heer LOERAKKER had de bedoeling de bezwaren te bespreken, welke door den heer Sprenger naar voren waren gebracht. Wan neer de heer Sprenger zegt, dat de kwestie in de Lichtcommis sie niet voldoende is besproken, dan kan spreker daarop ant woorden, dat de Lichtcommissie den indruk heeft gekregen, dat een auto noodig is. De bedoeling is, dat de werklieden lee- ren chauffeeren. Ze kunnen dan zoo spoedig mogelijk naar htm werk worden gebracht. Wanneer ze naar den Tilburgschen weg moeten, is dat een groote afstand» De Lichtcommissie heeft tegen aankoop geen bezwaar gemaakt. De heer SPRENGER zegt, dat zijn bezwaren "we-i zijn weggenomen. Spreker zou eerst een uitgewerkt rapport wenschen, tenzij moet worden verondersteld, dat de meening van de Lichtcommissie de meening van den Raad is. Spreker vindt het wel degelijk een belangrijke kwestie. Hij wenscht eerst nader te worden inge licht. De heer LOERAKKER zegt, dat het praktisch is voor het be- drij f De VOORZITTER zegt, dat drie personen het gebruik van den wagen zullen leeren. Die aan het hoofd staat van een ploeg moet het leeren. pe c U v' I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 118