vingers worden getikt. Als er reden is voor ontslag zal
dat ook door den Commissaris der Koningin worden gegeven.
Spreker kan niet inzien, dat &a.n een agent op losse gronden
ontslag zou worden gegeven. 'Zeker niet in den tegenwoordigen
tijd en dat\is maar goed ook. Spreker* stekt geen prijs op de
aanstelling van esn nieuwen functionaris: hij zou liever een
jaar willen wachten. We weten niet, wat de toekomst brengen
zal. Met het oog daarop zou spreker nog een jaar willen
wachten. Men weet heel goed, dat in een groot korps de lijn
wordt getrokken. Als de menschen klagen wordt daar rekening
mee gehouden en als ze verlof vragen, krijgen ze het. Spreker
geeft geen andere rechtspositie,
De heer LAUREY aegt, dat ze zich in den bond andere heb
ben uitgelaten. Als de Voorzitter den post niet voorgedragen
had, zou er niet over gesproken zijn. Spreker begrijpt niet,
dat eerst^ wordt gevraagd om een agent en als er van een veld
wachter wordt gesproken, dat het dan niet meer noodig is. Als
de Voorzitter zegt, dat het algemeen belang de aanstelling
van een functionaris eischt, moet er die ook komen.
De VOORZITTER zégt, dat alleen een voorstel is gedaan.
Het zou kunnen zijn, "dat de Raad meent, dat de uitbreiding
van de gemeente de aanstelling van een politiebeambte eischt.
De grondgedachte is geweest: laat de Raad zich pitspreken.
Spreker is ook van oordeel, dat er meer reden is voor het
aanstellen van agenten in gemeenten, waar een commissaris van
politie is. Daar is dan 'een Burgemeester, die over ontslag
kan beslissen. In verschillende gemeenten warden tegenwoordig
od
evenwel agenten aangesteld, ook 4a&- is er geen Commissaris
van politie.
De lieer SPRENGER zegt, dat het er bij hem niet in wil, dat
er een post op de tegrooting staat voor een agent. Het is mo
gelijk, dat een vierde gewenscht is. De houding, welke
de Voorzitter heeft aangenomen ten opzichte van de motie fan
den Raad, is voor spreker een reden tegen de aandcklling van een
agent te zijn en het voorstel van den heer Laprey te steunen.
De "VOORZITTER verklaart nogmaals geen bezwaar te hebben