tegen aanstelling van een veldwachter. De heer VAN DEN HURK zegt, dat, wanneer de Voorzitter niet staat op aanstelling van een politiebeambte, waarom zouden we dan niet bezui nigen. Waarom zouden we dan den post niet schrap pen. Als er een gedeelte van de gemeente afgaat, wordt de taak weer verlicht. Spreker verlangt geen grootsteedsche regeling; het kan maar goed gaan. De heer LOERAKKER zegt, dat dit punt Ook in de vergadering van de Commissie is besproken. Er is gezegd, dat een vierde politieman noodig was. Waar de gemeente zicht uitbreidt, zou een politie man noodig zijn. We kunnen geen rekening houden met Breda. Spreker staat als leek tegenover het politievraagstuk; hij kan niet beoordeelen of het arenschelijk/isdat er een politiebeambte bijkomt. Spreker wil niet afdingen op de plichtsvervulling van de politiemannen, doch er gebeuren nog al on gerechtigheden in de gemeente. Wanneer een voetpad pas in orde is gemaakt, gebeurt het meermalen, dat een kar er over rijdt. Wanneer er voldoende politie toezicht kon zijn, zou dap niet gebeuren. De VOORZITTER merkt op, dat waarschijnlijk een stuk van de gemeente afgaat, de Baronielaan. Daar is veel toezicht van de politie noodig: het is een drukke verkeersweg. Spreker zegt het best met drie agenten af te kunnen. De heer LOERAKKER zegt de reden te hebben aange nomen, waarom hij geen bezwaar tegen den post heeft gemaakt. Wanneer de Voorzitter zegt, dat het niet noodig is een agent meer aan te stellen, wil spreker dat sternen. De VOORZITTER zegt, dat de post dan wordt ge schrapt. Hij behoudt zich echter voor het volgend jaar een nader voorstel te doen tot aanstelling van een vierde politie-beambte in de kom. Hij wil het dit jaar eens afzien. De post wordt met 1150,- verminderd v - c o i;-- ■- -L ■- o U - wi u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 125a