De Voorzitter zegt, dat dit het werk van den opzicht et is.
De heer Vélt man me ent, dat het noodig is, dat de Raad in
grijpt wanneer op eene dergelijke wijze wordt gewerkt.
Ze z.ijn verplicht, behoorlijk te werken.
De heer Oomen vraagt of het niet gewenscht is een
wethouder van openbare werken .te benoemen.
De Voorzitter meent,dat dit niet noodig is.We moeten
dit kunnen overlaten aan den opzichter.
Wijl niets meer te behandelen is en niemand nog het
woord verlangt,sluit de Voorzitter de vergadering.
Aldus opgemaakt door den Raad der gemeente Ginneken
en .Bavel in zijne openbare vergadering van 26 Juli
1926.