De heer van den HURK ie van me<hing,dat het vafleenen van een
algemeene ontheffing bij den Raad behoort.
De VOORZITTER meent,dat dan telkens weer de verordening moet
worden gewéjzigd.
De heer van den HURK zegt,dat het niet ó.e bedoeling is telkens
de verordening te wijzigen.Spreker kan ook begrijpen,dat de
Voorzitter de ontheffing verleend heeft;het betreft hier ech
ter eene algemeftie re ge ling, welke bij den Raad behoort.
De VOORZITTER vraagt,h©e het dan met de kermis moet gaan.
De heer van den HURK zegt,dat dit een grensgeval is.
De VOORZITTER was van oordeel,dat de herbergiers aan den ver-
neb
keerd adres waren.
De heer van den HURK zegt,dat het beter ware geweestwanneer
het verzoek in den Baad ware gebracht;dan had de Raad kunnen
doen,wat de Voorzitter heeft gedaan.
De heer VELTMAN zegt,dat de Raad de verordening had kunnen wij-'
i: -n
zigen.Wanneer men buiten hoort ,dat verlenging is gegeven,zul
len ze ook komen.Het was beter geweest,dat de verordening ge-
wijzigd ware;er zijn miss.chien raadsleden,die het verkeerd vin-'
den,dat de Voorzitter het gedaan heeft.
De heer LOERAKKER vindt het jammer,dat de Voorzitter het ver
zoek niet in den Raad gebracht heeft .Spreker zou willen ver
zoeken dergelijke verzoeken in het vervolg in den Raad te be
handelen. Hij vindt elf uur een goed sluitingsuur.
De VOORZITTER kan geene bepaalde toezegging doen.Hij vindt zelf
elf uur ook beter.Spreker is niet zoo gesteld op 12 uur.Hij
vindt het beter den Raad de modfcte te besparen.'t Is niet zeker,
dat het volgend jaar weer zomertijd is.Spreker heeft,voor zoo-
ver hij zich herinnertnooit verlenging geweigerd,tetozij in
èen bepaald geval.
ui
De heer van den HURK zegt,dat de metoing van den Voorzitter,dat
de verordening moet worden gewijzigd,niet juist is.pe Raad is
dé autoriteitdie verzoeken behandeld,maar ook de autoriteit,
- 'i n ;r V C v J". -ïn i, .1
door wie op verzoeken moet werden beschikt.
De heer SPRENGER wil eene motie voorstellen,waarin wordt uitge-
drukt,dat de Voorzitter door de algemeftie verlenging van slui-