13.
"Wanneer dan toepassing van artikel 56 tweede lid wordt verzocht,
"geldt de vraag door wie het verzoek moet worden ingediend.
"Wij zijn van oerdeel,dat aan het verstrekken van opdrachten aan
"ons College,welke overigens door ons niet behoeven te worden aan
"vaard,in dit geval geen sprake hehoeft te zijn.
"Wanneer wordt uigegaan van de veronderstelling,dat het indienen
"van het verzoek een ddad is,rakende de gemeentelijke autonomie,
"dan kan de Raad daartoe besluiten;dit besluit zal dan door ons
"College worden uitgevoerd op grond van artikel 179 litt a der
"Gemeentewet
"Wordt daarentegen verondersteld,dat de bedodae handeling niet
"raakt de gemeentelijk autonomie,doch dat die betreft het uitvoe-
"ren of.toepassen van de wet,dan zoujde Raad niet competent zijn
"daartoe eene bindende beslissing te nemen,doch alleen zijn oor-
"deel daarover kunnen uitspreken.
."Welke opvatting dienaangaande ook wordt gehuldigd,door ons zal
"aan den Minister het verzoek worden gericht de vergoeding voor
"eene derde leerkracht te willen toestaan,indien de Raad de aan
stelling van die leerkracht gewenscht acht .Wij zullen daarom
"gaarne het oordeel.van den Raad vernemen.
Ginneken,25 Mei 1926.
Burgemeester en Wethouders van Ginneken en Bavel.
(get) Eerraris,
De Secretaris,
(get) A.Bastiaansen.
De Voorzitter licht het voorstel nader toe.
De heer van EIJL vindt het voorbarig om nu reeds een derde leer
kracht aan te stellen.
De heer SPRENGER begrijpt niet,welk bezwaar de heer van Eijl kan
hebben.Het gemiddeld aantal leerlingen zal misschien over 1926
nog nie.t voldoende zijn om eene le.erkracht bij te krijgen.Dan
zou moeten worden gewacht tot 192 8. Daar om is de aanvrage inge
diend.
De heer LOERAKKER is het volkomen eene met den heer van Eijl,dat
het verzoek voorbarig is.Het aantal leerlingen is pas boven 97.
♦Bij de vlottende bevolking dezer gemeente kan daarin spoedig ver
andering komen.
