17. wenschélijkheid daarvan onder &et oog brengen.ÜStTeteringen en Princenhage hebben in 1935 twaalf kinderen de openbare school bezocht.In 1925 hebben die aan Ginneken gekost «138.75 en in twee jaar tijds ƒ.260.Dat geld is onrechtvaardig besteed.Spreker vraagt bij herhaling aane overeenkomst te ontwerpen. De VOORZITTER zal onderzoeken of het zoo is, jchoolgelfre- 33.De heer SPRENGER zegt,d.at door schoolgeld door verschillende gelihg. ouders veel meer moet worden betaald dan het schoolgêL®®l kost ^ij vraagt of eene nadere regeling kan worden verwacht. De VOORZITTER antwoordt,dat eene nadere regeling zal komen,wan neer de Raad die wil. De heer SPRENGER stelt de navolgende motie boer: o. "De Raad der gemeente Ginneken en Bavel,bijeen in openbare verga dering, op 1 Juni 1926; "gehoord de toelichting van den heer Sprenger: "Van oordeel,dat de kosten,die ten bate der gemeente blijven voer "het openbaar onderwijs niet alleen op de gemeente Ginneken moeter "drukken,maar evenredig op andere gemeenten,waarvan kinderen de "openbare school bezoeken. "Noodigt Burgemeester en Wethouders uit deze materie te onderzoe ken en met desbetreffende voorstellen in den Raad te komen: "En gaat over tot de orde van den dag. Deze motie wordt door den heer Laurey gesteund. De heer van den HURK zegt,dat de toon,waarop de motie gesteld is, niet naar zijn zin is.Afgezien echter van de toelichting wil spre ker voor den inhoud der motie stemmen. De mfei4e,in stemming gebrachtwordt aangenomen met algemecae stem- men. Voor stemden derhalve de heerLaurey;VerleghRijppaartvan Nooten; BeenackersVeltman;Rops;van Hooydonk;van Eijl;Loerakker;van den Hurk en Sprenger. De heer SPRENGER stelt hierna de volgende motie voor. "De Raad der gemeente Ginneken en Eavel bijeen in openbare verga- "dering van 1 JuM 1926. "Gehoerd de bespreking door den heer Sprenger; "Van oordeel,dat overeenkomstig het prae-advies van Burgemeester en Wethouders,behoorende bij de schoolgeldregeling,het niet '*il 'i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 39a