"nyenscheli jk is,dat schoolgeld betaald wordt belang rijk ha%'er dan het bedrag,dat voor het hind, ten laste 4 "van de gemeente blijft. "Noodigt Burgemeester en W^thopders uit deze materie "te onderzoeken en met desbetreffende voorstellen in "dep Baad te koaenj "En gaat over tot de orde van den dag" Ce heer LÖÊRAKKER verklaart niet te weten,dat het be drag voor sommige kinderen hooger is,dan voor die kin deren ten laste der gemeente blijft.Hij zou Burgemeester en Wethouders willen verzoeken dit te onderzoeken. De heer van den HURK zegt,dat de heer Sfrenger zoo veel verzcöcen doet,dat Burgemeester en Wethouders die niet allemaal kunnen onderzoeken.Als er een seri eus voorstel gedaan wordt en niet als de heer Sprenger er aan relletje van wj^rdtzou dat kunnen worden onderzocht .Het is voor Burgemeester en Wet houders daarom van belang te weten,wat een serisus voorstel is.Dit zou veel van de soherpe kanten af nemen. De VOORZITTER zegt,dat hij steeds vraagt,hoe de hee- ren er over denken. De heer van den HURK'zegtdat de Raad serieuze voor stellen verlangt,maar geen moties met scherpe kantjes. (i f Hierna heerf eene bespreking plaats omtrent de vraag of onder het uitvoeren van raadsbesluiten ook moet worden ve'Astaan het uitvoeren van algemeene opdrach ten. De heer SPRENGER zegt,dat de openbare schoo'l wordt ten achter gesteld. De heer van den HURK meent,dat geen sprake is van achterstelling van het openbaar onderwijs. De motie van den heer SPRENGER wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemmen aangenomen. /U»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 42