De Heer SPRENGER wijdt op hetgeen in het verslag omtrent
de school van Galder voorkomt. A.an Galder zijn gelden gegeven
voor de verbetering van de school. We hebben nu bok het zede
lijk recht na te gaan, hoe de gelden bestaed zijn. Burgemeester
en Wethouders moeten aandringen op behoorlijk onderhoud.
De Heer LAUREY merkt op, naar aanleiding van het gesproke
ne door den heer van Eijl, dat hij ook graag het rapport der
commissie gezien had. De Commissie verklaart voorts, dat ze
zich nfcet bewast is van haar taak. Spreker vraagt, wat de taak
is van de commissie. Het is de taak van Burgemeester en Wethou
ders die taak kenbaar te maken. Spreker vraagt of de commissie
zich moet bemoeien met het onderwijs. Het hoofdtoezicht ligt
bij het College van Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER is van oordeel, dat Burgemeester en Wethou
ders de Commissie niet moeten adviseeren.
De Heer LOERAKKER meent, dat de eerste taak der Commissie
is de zorg voor het onderwijs. Spreker wijst er echter op, dat
te Ulvenhout drie idiote kinderen zijn. Spreker vraagt, wat
Burgemeester en Wethouders met betrekking tot die kinderen
willen doen.
De VOORZITTER is van oordeel, dat het schoolbestuur die
kinderen niet op de school moest toelaten. Het schoolbestuur
zou er op kunnen worden gewezen»
De Heer SPRENGER vraagt, wat omtrent de school van Galder
.zal, worden gedaan.
De VOORZITTER zegt het te hebben genoteerd.
Ichrijven van
■ed.Staten
besluit aan
ban geld
lening.
3. Schrijven van Gedeputeerde Staten van 16 Juni 1936
G. No. 8b, III Afd. A, betreffende een besluit tot het aangaan
eener geldleening.
Een prae-advies is overgelegd, luidende als volgt:
Prae-advies naar. aanleiding van het schrijven van Gede-
M puteerde Staten betreffende een besluit tot het aangaan eener
geldleening.
Bij raadsbesluit van 1 Juni j.l;. werd gewijzigd het besluit
tot
J?