ie niet juist. De Voorzitter heeft gezegd: Zoudt
ge van Dun niet op tafel leggen en een pak op zijn
broek geven De menschen hebben afstand geteekend
onder den indruk "van de wijze van behandeling. Som
migen hebben spijt, dat ze den grond hebben afgestaan.
Spreker wenscht nog iets te toragen. De Voorzitter heeft
v^errgsgeven, dat ^er een weg zou 'komen, terwijl hij
er tegen was* Waarom heeft de Voorzitter die hoop
gegeven en waarom is die tegen een-verharden weg?
De VOORZITTER zegt-alle vragen niet te kunnen be
antwoorden, Spreker heeft aan belanghebbenden gevraagd,
of ze hun grond willen afstaan. Wat de heer Sprenger
verder zegt, is onjuist. Toen ze gevraagd hebben:
komt es een steenweg?, feeeft spreker geantwoord: ja,
die zal er wel eens komen, maar andere wegen gaan voor.
De Heer LAUREY heeft de belanghebbenden feesproken;
die hebben den indruk gekregen, dat ze binnen afzien-
baren tijd een weg zullen krijgen. Belanghebbenden
hebben jaren op verbetering aangedrongen. Wat hebben
3Le aan een weg, die niet verhard is? Spreker vraagt
of het zooveel duurder is, wanneer de weg verhard
wordt.
De VOORZITTER zegt, dat Tervoort voor gaat.
De Heer LAUREY zegt, dat Bedeputeerde Btaten
dwang hebben uitgeoefend. Spreker vraagt, of het niet
even voordeelig zou zijn een harden weg aan te leggen.
De VOORZITTER ziu het uitstekend vinden, wanneer
overal harde wegen werden aangelegd; dat kan echter
niet.
De Heer LAUREY meent, dat de gemeente wel mag uit
zien, wanneer grond wordt ingenomen. .Er zijn perceelen
welke met hypotheek zijn belast. De notaris heeft laten
weten, dat die grond niet kan worden afgestaan.
De VOORZITTER zegt het niet officieel te hebben ge
weten
De heer LAUREY vraagt, of er niet meer menschen
ziin