verantwoording roepen De wenschelijkheid is
aangetoond in het conflict Verlegh-van Veen* Spre
ker wenscht tw weten, welke motieven de Wethouders
betoog de aap uit de mouw komt» Het kan Spreker niets
schelen, wat de Wethouders achter zijn rug zeggen.
Hij kan niet aannemaa, dat de Wethouders dat hebben
gezegd anders desavoueert Spreker de Wethouders. Spreker
merkt wel, waar het om te dteen is« Het prae-advies la
van Burgemeester en Wethouders. De Wethouders hebben
in de vergaderingen van Burgemeester en Wethouders
nooit gezegd, dat ze het er niet mee eens zijn. De
meerderheid besluit. In de vergadering wordt dat prin
cipe hoog gehouden» Als twee er voor zijn, is het aan
genomen» Dit is een voorstel van Burgemeester en Wet
houders» De volgorde van artikel 101 der Gemeentewet,
waar de Heer Sprenger zich op beroept, doet niets ter
noemd wordt. Dat heeft Speker gedaab om de verantwoorde
lijkheid op zich te.nemen. Wanneer hij zich houdt aan
de wet is hij in goed gezelschap» Zelfs de Baad van
Ginneken heeft zich te houden aan de wet. Spreker wilde
V
niet dat de Wethouders de kous op de kop kregen. Wan-
neer echter een regeling zou worden getroffen, welke
in strijd met de wet is, werkt spreker daar niet aan mee.
De Heer VAK DEN HüRK zegt, dat het debat weer eene
wending neemt welke niet gewenscht is. De Raad komt
^--****£looing
voor een moeilijk geval eene ostej^laateeing van macht
ft x-
van den Burgemeester tegenover de Raad en van den Raad
tegenover den Burgemeester. De Raad staat aan het hoofd
der gemeente en de Raad wil positief, dat er taakver-
deeling komtDe Burgemeester kan dat niet tegenwerken.
Spreker geeft de heilige verzekering, dat hij niet zal
niet te voegen naar den wensch
van den Raad
De VOORZITTER merkt op, dat op hete laatst van het
meewerken
Xr
zake. Spreker geeft toe, dat de Burgemeeeterjt alleen ge-
l 'i 1 -