stembiljetten bleken te zijn uitgebracht op den heer
C. Rijppaart 10 stemmen, op den heer C.J. Laurey 4 stemmen,
terwijl één briefje in blanco was.
De heer C. Rijppaart heeft alzoo de volstrekte meerderheid
van stemmen verkregen, zoodat die is benoemd tot Wethouder.
De VOORZITTER vraagt den heer Rijppaart, of hij de benoe
ming wil aannemen.
De heer RIJPPAART zegt de benoeming gaarne te willen aan
vaarden. Spreker dankt de leden van den Raad, die in hem
hun vertrouwen hebben gesteld en verklaart gaarne met den
Voorzitter en al de Leden van den Raad te willen samenwer
ken in het belang van de gemeente.
De heer VAR NOOTER dankt eveneens voor het in hem gestelde
vertrouwen. Hij verklaart zich ook gaarne bereid met allen
samen te, werken in het belang van de gemeente.
De VOORZITTER richt hierna een woord van welkom tot zijn
oude Wethouders. Spreker heeft met hen reeds lang samenge
werkt in onderling respect en onderlinge waardeering. Hij
hoopt, dat dit pok in de toekomst het geval zal zijn en hij
twijfelt daaraan ook niet, wijl het eenig oogmerk ie te
werken in het belang van Ginneken en Bavel.
De heer VAR ROOTER dankt den Voorzitter voor zijne waar-
deerende woorden en hij verklaart gaarne met hem samen te
werken voor het welzijn van de gemeente.
De heer RIJPPAART sluit zich aan bij de woorden van den
heer Van Rooten»
Beslissing 3. De beslissing van Gedeputeerde Staten op de ingediende
Gedeputeer
de Staten bezwaren tegen de toelating van de gekozen leden van den
toelating
raadsleden. Raad.
Door de heeren A.J. Verlegh en C.J. Laurey waren bezwaren
ingediend tegen het besluit van den Raad van 6 Augustus 1927
tot toelating van de gekozen raadsleden. Die bezwaren zijn
door Gedeputeerde Staten ongegrond verklaard bij hun be
sluit van 24 Augustus 1937, G. Ro. 269, Hie Afdeeling A.
Burgemeester en Wethouders stellen voor het besluit voor
kennisgeving aan te nemen.
De