A
De heer SPRENGER heeft een paar kleine bemerkinggn tegen
de notulen van 6 Augustus j.l., 's morgens gehouden, welke
inmiddels reeds zijn verbeterd. Verder heeft hij eene ernstige
bemerking tegen de notulen van de mor gen vergadering van 6 Au
gustus j.l. Wat de heeren Verlegh en Laurey hebben gezegd, is
uitvoerig genotuleerd. Spreker heeft daartegen zijn meening
gesteld, doch dat is maar beknopt opgenomen. Hij heeft voorts
gezegd, dat een paar heeren, die niet gewoon zijn reglementen
te bestudeeren, gekozen zijn met bedrog en dat, hoezeer het
hem ook spijt met die heeren te moeten kennis maken, hij daar
in geen reden kan zien om de 'verkiezing te laten vernietigen.
Deze uitdrukking was misschien niet welgevallig aan de secre
tarie, doch spreker verlangt opname daarvan in de notulen. Hij
gelooft niet, dat de Raad dat weigeren zal. Spreker protesteert
er tegen, dat die uitdrukking niet is opgenomen.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Spfenger dat in de notulen
kan krijgen; de bemerkirg zal worden genotuleerd. Spreker
verzoekt overigens zoo min mogelijk bemerkingen op de notulen
te maken. Ze worden steeds uitvoe&g opgemaakt en er staat
nergens, dat alles moet worden opgenomen. In artikel 11 van
het reglement van orde is voorgeschreven, dat de notulen
moe'ten ihhouden o.m. een kort verslag van de gevoerde beraad
slagingen, Hieruit blijkt, dat de besprekingen slechts beknopt
behoeven te worden weergegeven.
De heer VERDAASDONK zegt de notulen van de vorige ver
gaderingen te hebben nagelezen. Hij heeft daarin ook niet ge
vonden de uitdrukking, welke de heer Sprenger aan zijn adres
heeft gebezigd. Het* doet spreker genoegen nu te hooren, dat
de heer Sprenger met hem niet graag kennis wil maken. Spreker
heeft het recht te zeggen, na hetgeen hij vroeger van den
heer Sprenger heeft gehoord en gelezen, dat hij er ook geen
prijs op stelt met den heer Sprenger kennis te maken.
De notulen van de twee openbare vergaderingen van 6 Augus
tus j.l. en van de openbarè vergadering van 33 Augustus j.l.
worden, behoudens de bemerking van den heer Sprenger, verder
onveranderd geedgekeurd en vastgesteld.
5. Benoeming