Dit punt is in de vorige vergadering aangehouden. Bij dit punt is overgelegd het prae-advies, dat in de vorige ver gadering bij de stukken was gevoegd e n een prae-advies, dat voor deze vergadering was overgelegd. Beide prae-adviezen zullen als bijlage 3 en 4 bij deze notulen worden gevoegd. De heer DROP zegt erkentelijk te ziin, wijl aan zijn ver zoek om overlegging van de stukken, op deze zaak betrekking hebbende, is voldaan. Aan de hand van de tukken is ook spreker van meening, dat de heer Goedkoop de eenige verant woordelijke persoon is. Een andere vraag ie of het Gemeente bestuur bevoegd was voor te stellen kapbinten aan te bren gen. Spreker meent aan den Raad de vraag te moeten stellen of men zich niet beter daarvan had kunnen onthouden. De VOORZITTER antwoordt, dat den heer Boedkoop is geschre ven overeenkomstig het besluit van den Raad. De heer SPRENGER kan de woorden van den heer Drop niet tot de zijne maken. Spreker twijfelt naar aanleiding van een antwoord op gestelde vragen. De heer Laurey heeft vragen gesteld, waarop een onvoldoend antwoord is gegeven. Dat onvoldoend antwoord geeft den indruk, dat er iets niet in den haak is. Goedkoop heeft eene bewoningsverklaring gekre gen, terwijl de kap niet in orde is, zoodat hij door het Gemeentebestuur gedupeerd is. Als de bewoningsverklaring niet was gegeven, was het huis niet gekocht. Spreker vraagt zich af of, wanneer de heer Goedkoop eene actie instelde, de gemeente niet zou worden veroorrdeeld wegens het plegen van een onrechtmatige daad. Spreker maakt ook nog de op merking over de verstrekte gegevens; de mortel was niet geed. De VOORZITTER zegt, dat Goedkoop zelf de bouwer is en dus verantwoordelijk. Het gaat niet aan om eene dergelijke reclame in te dienen. De heer LAUREY fierkt op, dat de bouwer van het huis de dupe is van het gebrekkig bouw- en woningtoezicht. De VOORZITTER zegt, dat de aanvrager geen recht heeft reclame in te dienen. De heer RIJPPAART merkt op, dat de heer Goedkoop met een klacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 65a