op een koopje. Spreker haalt drie voorbeelden aan, waaruit naar zijne meening blijkt, dat het systeem van op een koop je afdoen, hier bestaat. Hij wijst daarvoor op het niet be- neemen van een boekhouder bij het water- en electriciteits- bedrijf; op het onderhoud van het postkantoor en op het ver hoogd voetpad in de Boschlaan. Spreker noemt dat voorbeelden van afdoen op een koopje, die beslist duur zijn geweest. Spreker wij st nog op het benoemen van een halfwas op de centrale en op het geval Severijnen aan de centrale, die, toen hij werkloos was, 15.- en 12.- loon ontving. Spreker hoopt, dat deze voorbeelden voldoende zijn om den Raad te waarschuwen het voorstel aan te nemen. Spreker vraagt ten slotte door wien de benoeming geschiedt. De VOORZITTER antwoordt, dat de benoeming geschiedt door den Raad. Hij is voorts van meening, dat het onder scheid tusschen den heer Sprenger en spreker bij deze besprekingen is, dat de heer Sprenger voor de traibune spreekt, wat met spreker niet het geval is. Wat de heer Sprenger heeft gezegd, behoeft hij hier niet mee te dee- len. Spreker is zich niet bewust, dat zuinigheid een fout is; het iis alleszins te prijzen, dat zuinigheid wordt be tracht. Dit is alles, wat de Voorzitter naar aanleiding van het betoog van den heer Sprenger heeft te zeggen. De kwestie van dè centrale heeft de heer Sprenger mee gèregeld; het gaat niet aan daar thans een grief van te maken. Wat het postkantoor betreft, spreker herinnert zich wel, dat de heer Sprenger indertijd met eenige stukjes stopverf in de vergadering is gekomen. Het ge bouw wordt behoorlijk onderhouden en de huur is gering. Spreker zal liever niet spreken over het voetpad in de Boschlaan; de grint bleek zeer deugdelijk. Als de heer Sprenger grint wil, kan hij het krijgen. Het aanstellen van een halfwas is met den bedrijfsleider besproken. Ook omtrent Severijnen is overleg gepleegd. Spreker zegt, dat Burgemeeatêr en Wethouders het prae-advies willen aanvullen met de bepaling, dat, behalve dat ƒ5.- voor iedere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 66