Tegen stemden de heeren: Van Nooten; Van Eijl; Brouwers;
Hops; Verdaasdonk en Rijppaart.
De bepaling wordt als tweede lid aan artikel 13 toegevoegd.
De heer Sprenger had voorgesteld aan artikel 13 eerste lid
eene alinea toe te voegen, "bepalende dat de Voorzitter verplicht
is eene vergadering te beleggen, wanneer die door twee leden
wordt gevraagd.
Door Burgemeester en Wethouders was het amendement overgenomen
met dien verstande, dat de vergadering most zijn aangevraagd door
de meerderheid der comissie.
Deze wijziging wordt door den Raad aangenomen.
Door den heer Sprenger was voorts voorgesteld aan artikel 13
twee leden toe te voegen, namelijk lid 4 en 5, luidende:
4, De commissie is bevoegd aan een harer leden op te dragen
een onderzoek in te stellen betreffende een bepaald punt,
waaromtrent den bijstand der commissie wordt ingewonnen,"
5,. De bedrijfsleider woont de vergaderingen der commissie bij,
wanneer hij zijn verlangen te kennen geeft gehoord te ^,^ror&en"
Door Burgemeester en Wethouders waren deze amendementen niet
overgenomen.
De heer SPRENGER handhaaft zijne voorstellen. Het zal, zegt
spreker, niemand verwonderen, dat spreker, die daar jaren over
gesproken heeft, deze voorstellen doet. Spreker wil de oommissie
toestaan een onderzoek in te 3èellsn. Hij acht het ook niet be
zwaarlijk alinea 5 over te nemen.
De heer OOMEN meent, dat de commissie den bedrijfsleider v^el
zal hcoren, wanneer hij het verlangt. Spreker is tegen toevoeging
van alinea 5.
De heer DROP wil het amendement, dat de toevoeging van alinea
4 beoogt, steunen. Spreker is van oordeel, dat de leden van den
Raad een onderzoek kunnen instellen. Ze hebben in het algemeen
MXX het recht een onderzoek in te stellen. Omtrent de toevoeging
van alinea 5 meent de heer DROP, dat de bedrijfsleider niet het
recht kan doen gelden steeds in de vergaderingen te komen.
De heer LAUREY is het niet eens met de opvatting van de heeren
Sprenger en Drop, Hetzelfde wat voor de Wethouders geldt, geldt
ook
o 'K