8
komstig de wet
De Heer SPRENGER zegt, dat de sprekende man is degene,
die de verantwoorde li jkehid draagt. We weten dan, wie de
vesant-weerde-ti'^kefeié verantwoording daaagt
De VOORZITTER merkt op, dat de Heer Sprenger wethouders
wil, die persoonlijke verantwoordelijkehid dragen. Spreker
kan daar nooit mee instemmen
De Heer LOERAKKER stelt de navolgende motie voor
De Raad der gemeente Ginneken en Bavel in zijne openbare
n vergadering van 28 Februari 1927
Gehoord de besprekingen omtrent de wenschelijkehid, dat
in het reglement van orde een bepaling wordt opgenomen, dat
in het College de taakverdeeling nader wordt geregeld.
Spreekt derrwensch uit dat deze nadere regeling in de
n eerstvolgende ve-*gaêe*in-g bijeenkomst van den raad aan de
goedkeuring van den raad wordt onderworpen}
En gaat over tot de orde van den dag
De VOORZITTER zal die motie naast zich neerleggen
De Heer SPRENGER meent, dat het wel helpen zal; ze zullen
het wel doen
De Heer LAUREY vraagt of de wethouders de motie ook naast
zich zullen neerleggen
De Heer VAN DEN HURK zit zich hoe langer hoe meer op te
winden «Hij heeft zoo iets nog nooit ondervonden
De motie van den Heer Loerakker wordt ondersteund door
den Heer Sprenger en, in stemming gebracht, aangenomen met
algemeene stemmen
De wethouders hebben zich van medestemmen onthouden
Voor de motie stemden de Heeren Lamrey; van den Hurk;
Veltman; Verlegh; van Eyl; Oomen; van Hooijdonk; Beenackers;
Rops; Sprenger en Loerakker
De Heer LAUREY merkt op, dat de wethouders zich niet had-
den mogen onthouden o
Verzoeken om
subsidie
Verzoeken om subsidie
Door
k
-
j»
4